SV | En de weg voor dezelve henen was als de gedaante der kameren, die den weg naar het noorden waren, naar derzelver lengte, alzo [naar] derzelver breedte; en al haar uitgangen waren ook naar derzelver wijzen en naar derzelver deuren. |
WLC | וְדֶ֙רֶךְ֙ לִפְנֵיהֶ֔ם כְּמַרְאֵ֣ה הַלְּשָׁכֹ֗ות אֲשֶׁר֙ דֶּ֣רֶךְ הַצָּפֹ֔ון כְּאָרְכָּ֖ן כֵּ֣ן רָחְבָּ֑ן וְכֹל֙ מֹוצָ֣אֵיהֶ֔ן וּכְמִשְׁפְּטֵיהֶ֖ן וּכְפִתְחֵיהֶֽן׃ |
Trans. | wəḏereḵə lifənêhem kəmarə’ēh halləšāḵwōṯ ’ăšer dereḵə haṣṣāfwōn kə’ārəkān kēn rāḥəbān wəḵōl mwōṣā’êhen ûḵəmišəpəṭêhen ûḵəfiṯəḥêhen: |
En de weg voor dezelve henen was als de gedaante der kameren, die den weg naar het noorden waren, naar derzelver lengte, alzo [naar] derzelver breedte; en al haar uitgangen waren ook naar derzelver wijzen en naar derzelver deuren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de weg voor dezelve henen was als de gedaante der kameren, die den weg naar het noorden waren, naar derzelver lengte, alzo [naar] derzelver breedte; en al haar uitgangen waren ook naar derzelver wijzen en naar derzelver deuren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!